Urban jungle

We nemen afscheid van de zee aan mensen en sluizen bij Miraflores. Het is ondoenlijk alle toeristen, dagjesmensen en personeel individueel gedag te zeggen, maar een paar lukt nog wel en enkele photo bombs later vallen we bezweet weer in de armen van Henk (chauffeur). Die stuurt ons naar Parque National Metropolitano, een laagland regenwoud met allemaal wilde dieren. En planten

De urban jungle is een groene oase in een verder rommelige hoofdstad, ongeveer zo groot als tienduizend zwembaden bij het Crowne Plaza Airport Hotel. We stappen uit op een bemoste gravelstrook bij een aantal groen-beschilderde betonnen gebouwtjes, dienstdoend als receptie. En vrolijk wordt het al direct, want we worden als koeien geteld en dat valt met alleen Nederlandse namen nog niet mee. Uiteindelijk worden we geringd met felgroene armbandjes, gewoon voor het geval dat. Nou ja, de jungle route die we kiezen is dan ook wel een slordige twee kilometer lang en we smeren ons in met factores cinquintos. Op pad dan maar.

Het geaccidenteerde terrein noopt ons het zeeniveau te ontstijgen. Kuitenbijtertjes zijn het, de trappen die slingeren tussen woudreuzen en potentiĆ«le kamerplanten. Het regenwoud om ons heen knerpt, fluit, ritselt, piept en flikkert. We zien heel veel dieren bijna, maar horen ze wel. “Kijk dan joh, daarzo!”