Lúpulo Belgica!

Wat een mogelijk gevoel van onveiligheid wel niet met je doet. Het is van groot belang dit niet verder te vertellen, maar wij zijn voor de Rode Duivels. “Hup België!” Even hebben we nog overwogen om te zeggen dat  we Luxemburgers zijn, maar dat was ons een beetje te min. Die hebben nog geen voetbaltoernooi gehaald, laat staan een WK in Qatar.

Sinds de praatjes van Louis en de fratsen van Wout tijdens de kwartfinale tegen Argentinië, is Olanda of Pais Bajos op zijn best goed voor een lachsalvo van je latino amigo. Met een beetje pech wordt je heen en weer gejonast of misschien zelfs door de wit-blauwe walvis opgegeten.

Veel alternatieven zijn er niet. Engeland ligt nog behoorlijk gevoelig, Frankrijk verloor in de finale (en dat willen ze hier nog erg graag weten) en Duitsland kunnen we thuis niet uitleggen. Nee, dan maar België. Omdat iedereen daar lacht…

De fietstocht door Buenos Aires is opgedeeld in verschillende etappes. De proloog is bij het Plein van de Middelvingers, waarna het via de Oude Haven naar de wijk Boca gaat. Als we daarna nog leven, fietsen we door de Feria San Telmo naar de Dwaze Moeders op de Plaza de Mayo. We finishen via een brede boulevard weer bij de middelvingers. De tocht door de wijk Boca is met afstand de konninginnerit. De volksbuurt is het domein van de gelijknamige voetbalclub en regerend landskampioen – Boca Juniors – en menige gevel is opgesierd met een mural.

De ene muurschildering is nog mooier dan de ander en klein is duidelijk niet de norm. Hoe dichter we bij ‘de kleine bonbondoos’ (la Bombonera) komen, hoe rauwer de buurt en het volk. Bij het stadion zelf wordt het steeds drukker en nemen de groepen toeristen de overhand. De onzichtbare dreiging van zakkenrollen en oplichting is duidelijk voelbaar. We doen ons best om zo incognito mogelijk te blijven. Hup België!

Overdag valt de dreiging mee en wordt er vooral verdiend aan toeristen die gekleurde huisjes willen zien, het stadion graag betasten of voor geld op de foto willen met een Maradonna pop. ’s Avonds is dit terrein voor de locals en is hier rondfietsen niet verstandig. We parkeren onze fietsen bij een voorkeurs-restaurant en laten gids Peter op ze passen.

We lopen door de straten nabij het stadion, die een steeds hoger gehalte Damrak en Ramblas krijgen. Het decor was ooit vast authentiek, maar we spelen toeristje op een voor ons onbekend toneel. Telefoon in de zak en niet zeggen dat je uit Olanda komt, anders heb je zo de hele poppenkast aan het dansen.

We zijn op zoek naar voetbalshirtjes van Boca Juniors, of andere blauw-gele kledingstukken die suggereren dat we voor Boca zijn. Het shirt van het nationale team van Argentinië mag ook, maar dat willen we alleen als we de naam ‘Wout’ op de rug geprint krijgen. Maar bij nader inzien voelt dat als de Rode Duivel op het spek binden en dat is misschien niet zo verstandig.

We zijn allemaal geslaagd en plaatselijk supporter geworden. We vinden Peter terug bij de fietsen, ook hij heeft het overleeft, en gaan in- en afpilsen bij het voorkeurs-restaurant. Peter en zijn maatje Maarten komen hier tijdens het fietsen standaard en ze zijn duidelijk ingeburgerd. Voor hun geldt mia casa sua casa en later begrijpen we wel waarom.

Het restaurantje had het zwaar tijdens de Corona pandemie. Ook al kon hij de fietstochtjes niet doen, het belette Peter niet om een hulpactie op touw te zetten. Hij beïnvloede zijn social media volgers om empanadas te kopen in het restaurant. De 8000 bestellingen werden ook daadwerkelijk gebakken en in de wijk uitgedeeld. Gouwe pik die Peter.