
Juan van Deelen is de chauffeur die ons door de Andes van Chili naar Argentinië brengt. Klokslag negen uur staat hij voor de deur bij Maison Italia en wanneer de boodschappen-Mannen zich ook weer melden, rijden we weg. Vooraf hadden we gelezen over de grensovergang bij Las Cuevas en we hadden extra veel geduld ingepakt om deze horde te slechten. We rijden tegen het middaguur Chili uit en – na een kleine zoektocht in niemandsland en een kort stukje spookrijden – komen we aan bij een soort mega-tukul op Mars.

Vastberaden stuurt Juan ons de tukul in en we zien een aantal loketten met verschillende rijen auto’s ervoor. Manzana huevo! Die klus gaan wij wel klaren en we doen heel even wie de kortste rij kan vinden. Evert Jan – ook buschauffeur geweest – wint en begint een charme-offensief om Juan te overtuigen zíjn kortste rij te kiezen. Maar Juan vertrouwt het niet helemaal. Hier komt zijn ervaring als grensoverschrijdend reisleider naar boven en hij zet de minibus met overtuiging in zijn achteruit. Heel langzaam trekken we ons terug, richting ingang. Een aantal luxe buschauffeurs schudden wat hun hoofd en beginnen te wijzen. “Achter aansluiten joh”

We staan weer buiten, pal vòòr het douanegebouw en vrij besluitenloos. Een pak mini-cakejes moet redding brengen, aangezien de zak kitkatten al leeg is en nu als vuilniszak fungeert. Juan weet raad en loopt naar binnen, op onderzoek uit. Ondertussen beginnen er hier en daar wat magen te knorren en is het tijd voor de lunchpakketten. Juan komt nog een aantal keer buurten, neemt een stapel papieren mee (en een cakeje) en huppelt dan weer terug. Bij de derde keer – als wij Plan B aan het doornemen zijn – verschijnt Juan met een grote glimlach vanachter een luxe tourbus die voor ons is gaan parkeren. Er zit schot in deze zaak.

De bananen(schillen) worden door Juan gevorderd en gaan de kitkattenzak in. We nemen er afscheid van, want niets plantaardigs mag de grens over. In de mega-tukul nemen we dit keer plaats bij een loket zonder rij auto’s. Het vertrouwen in een spoedige afloop groeit, zeker als we gevraagd worden met paspoort en al uit te stappen. Rutger is de eerste die zich moet melden bij het loket, gevolgd door Diek. Dan gaat plots het licht in de tukul uit en staan sommige computers op zwart. Een Act of God, zo lijkt het, want volgens de douanier was dit nog nooit gebeurd. De situatie zorgt voor een ongebruikelijk tafereel. De man van de douane – die we doorgaans toch echt alleen maar kennen van achter het loket en vaak met een nors gelaat – komt zijn hokje uit voor een praatje. Er ontstaat een ontspannen sfeertje en we feliciteren hem met de Grote Gouden Beker. Hij begint ons uit te lachen en haalt er en passant ook 1978 nog bij. Met zijn duim en wijsvinger dicht bijelkaar legt hij een verklaring af: “Zo dicht zaten jullie toen bij de overwinning”. Het licht gaat weer aan en hij klimt lachend terug in zijn hok.

Rutger mag opnieuw beginnen, met Diek daar vlak achter aan. Eén voor één presenteren we ons aan de nog steeds vrolijke Argentijn. De volgende halte is een rij bezette parkeerplekken aan de achterkant van de loketten, maar nog steeds in het douanegebouw. Juan weet de minibus zó neer te zetten dat een luxe tourbus er niet meer door kan, en verdwijnt weer met een huppeltje en een stapel papier onder zijn armen. Wij kijken aandachtig toe en verliezen alle benul van tijd.

Hij doet echt zijn best, Juan, maar geluk dwing je ook een beetje af. Voor het verder inklaren van onze verenigingskoffer en andere persoonlijke bagage moet Juan helaas eerst een volle luxe touringbus voor laten. Het is al bijna half vier als de seinen virtueel op groen staan. Nog even zoeken we onze dounevriend, om te vragen waarom we geen stempel in onze paspoorten hebben gekregen. De vrolijke Frans is nergens meer te bekennen en wij zijn er ook wel klaar mee. We rijden het Marslandschap weer op en gaan op weg naar Mendoza. Een kilometer of wat later staan we zomaar in een file en lang is het onduidelijk waarom. Er wordt wat af gespeculeerd en gefantaseerd tussen de Mannen, met een verkeersongeluk als meest waarschijnlijke. Uiteindelijk blijkt het een douanecontrole en vragen we ons af of we nu ècht niet een stempeltje op de kaart missen. We krijgen geen enkel waardig blik en mogen direct doorrijden. Mendoza here we come, we zijn Argentinië binnen en legaal aanwezig.

’s Avonds in Mendoza worden de verschillende sociale media en andere berichtenservices gecheckt. Diek blijkt vier visa’s in zijn email te hebben, het verwachte (digitale) stempeltje. Helaas ontbreken die van Rutger en hemzelf, waardoor het gefantaseer weer losbreekt. Que pasa? Hoe kan dat nou? Moeten we nu het gevang in? Besloten wordt om de volgende dag advies te gaan inwinnen bij de migratiedienst in Mendoza.
En zo geschiedde. Na slechts één keer fout te zijn gereden brengt Bas de twee visumzoekers naar de Dirección Nacional de Migraciones. Schoorvoetend betreden we het pand, waar mensen heen en weer schuifelen met papier en stempels. Na een minuut of vijf worden we opgemerkt door een leidend heerschap die ons aanspreekt. We zijn elkaars taal niet machtig, maar hij leest onze google translate en houdt zijn hand op. Paspoorten graag. Een paar minuten later staan we al weer buiten, met visum en praatjes. Het heeft in ieder geval weer een (lang) verhaal opgeleverd.
