Voorafgaand aan de Corona tsunami werden wij één voor één vijftig en gaven we elkaar een tripje memory lane. We zijn goed in het opsnuiven van herinneringen van vroeger en het delen van sterke verhalen van nog eerder. Voor wijnliefhebber Bas deden we dat op het terras van Kasteel Salentein in Nijkerk. De proeverij van wijn en vlees omlijstte de verhalen uit het verleden, maar leverde ook een doel op. Een nieuw punt op de horizon. Zou het niet fantastisch zijn om zelf eens te gaan kijken waar Salentein zijn wijn haalt? De jarige Abraham wist ineens waar hij zijn Malbec wilde gaan halen. De wijngaarden van de Salentein bij Mendoza zijn de kapstok waaraan we deze vijfde jubileumreis hebben opgehangen, de wijzer van ons kompas.
Vanuit Mendoza rijden we een uur naar het zuidwesten, Bas zijn Graceland tegemoet. Als een paard wat zijn stal ruikt gaat hij steeds harder rijden, over golvend asfalt en langs ja-knikkers. Op een heuvel kijkt een Christusbeeld over wijngaarden die zich uitstrekken tot aan de voeten van de Andes. Het groene loof wordt doorsneden door een kaarsrechte weg, waaraan ook veel goede concurrentie van Bodegas Salentein is gehuisvest. En dan, eindelijk, zien we de lap grond waarvan Mijndert Pon halverwege de jaren 90 het potentieel zag.
De grond is rotsig, de weg stuift en het is bloedheet. Vooralsnog meer cactussen dan wijnranken, maar voorbij een zwetende bewaker bij de toegangspoort verandert de architectuur van het landschap – letterlijk. Hier is getekend en ontworpen, gepland en geplant, hier is met stijl gebouwd en kunstig ingericht. Een schaduwrijke laan leidt ons naar een betonnen doos, symmetrisch, maar speels door water en glas. Cool!
De betonnen doos laat door zich heen kijken en we zien rijen groene ranken. We worden naar buiten gegidst door Owen, die ons voor gaat naar de druivenstruiken. Een wat voorover gebogen veertiger met een Panama-hoed en een wijnbuikje. Het pad leidt naar nòg een betonnen doos, al even symetrisch maar minder speels. Halverwege de dozen zoeken we de schaduw op van een houten constructie, gemaakt om groepjes zoals ons uitleg te geven over de omringende wijnranken. Owen slist wat, zoals zoveel Spaanstaligen als ze Engels spreken, maar dat is op zich het probleem niet. Hij praat op 78 toeren. Why? Geen idee. Wat er blijft hangen van zijn inleiding is leuk, maar lang zo leuk niet als de andere doos die we binnenkort betreden.
We betreden de heilige graal van Graceland, waar in een paar vitrines de huismerken zijn gestald. Een verdieping lager waan je je in een ondergrondse wijnkathedraal met vleugels vol vaten waar gefermenteerd wordt, stapels vaatjes om te rijpen in eik, een machine om flessen te doppen met èchte kurk, en natuurlijk de flessen wijn zelf. Hier schreeuwen we het uit van bewondering. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. En omdat zelfs geluid hier, in het hart van het kompas, symmetrisch is.
Het doel is bereikt, we hebben de Bodegas Salentein bezocht en geproeft. Dit wilden we graag en we toosten op elkaar. Santé!