Een lang weekendje Buenos Aires zit er al weer op en we pakken de koffers weer in. Terug naar Panama om daar de vijfde jubileumreis af te sluiten op een afgelegen strand in de jungle. Ook de verenigingskoffer is weer gepakt, volgeladen met nieuwe herinneringen en tranen van het lachen.

We worden steeds beter in het aanhouden van dos taxos en binnen no time staan we weer op het vliegveld. Bogota is de volgende tussenstop, waar ruim anderhalf uur overstaptijd op ons wacht. We stoppen de laatste lotions en crèmetjes in de verenigingskoffer en nemen er afscheid van. De tijd wordt opnieuw gedood met een spelletje kaarten, maar de trend van de afgelopen dagen wordt niet doorbroken. Thijs en Evert Jan vormen het onverslaanbare team. Hen wordt zelfs verweten iets in de kaarten te hebben gedaan, want de stand loopt op tot een statistisch onverantwoorde reeks.
Van ellende gaat een deel van het verliezende team maar alvast bij de gate zitten. Veel geluk brengt het niet, want het vliegtuig kampt met panne en kan daardoor niet op tijd vertrekken. Boarding passen worden uit de tas getrokken en een telsommetje leert dat van die anderhalf uur straks in Bogota nog maar ongeveer de helft overblijft. Uiteindelijk horen we het verlossende intercom bericht en kunnen we het vliegtuig enteren. Het zal toch niet? We zien het jungle strand met de minuut verder weg liggen.

Op de heenweg complimenteerden we het Colombiaanse vliegveld nog met zijn enormiteit, maar nu haten we het. Er lijkt aan het taxiën en de aansluitende busrit simpelweg geen eind aan te komen. Wanneer de bus dan eindelijk zijn halte heeft gevonden springen zes fitte vijftigers de hal binnen en zetten het op een lopen. Het is een mooi vliegveld, maar veel te groot en tot overmaat van ramp doen ook niet alle rolbanden het. Hijgend strompelen we de wachtruimte van gate 49C binnen, om daar te constateren dat we nog op tijd zijn. En niet eens de laatste. Duh!

Ondank het middernacht uur zit de stemming er weer goed in. Dit kan niet meer fout en we hopen rond een uur of één in de vertrouwde bedden van het Crowne Plaza Airport Hotel te liggen. Om zeven uur worden we alweer opgehaald voor de bus- en bootrit naar het paradijs. Panama voelt als een klein beetje thuiskomen en al gauw staan we bij de bagage band. Heel veel koffers komen er niet langs, en al helemaal geen zwarte verenigingskoffer met een rooie trekband.

We vrezen allemaal het ergste, en Rolf in het bijzonder. Zijn kleren zitten er in en hij is voor zijn slaapcomfort afhankelijk vam de inhoud. Een aantal korte woorden met drie letters galmen door de aankomsthal en we gaan op zoek naar hulp. Na een kwartier verschijnt een klein maar kordaat engeltje ten tonelen, gehuld in een oranje veiligheidsvest en verscholen achter een zwart mondkapje. In eerste instantie lijkt ze wat langzaam te reageren, maar ze is niet te beroerd om alles te proberen en te delen. Een half uur later weten haar naam – Danily – haar telefoonnummer, wachtwoord van de Avianca wifi, lokatie van de verloren koffer en de aankomsttijd van de eerst volgende alternatieve vlucht.

Jammer, jammer. We hadden al op bed kunnen liggen, maar vertrouwen er op dat we in de ochtend compleet naar Camaroncito kunnen vertrekken. Alle hoop is gevestigd op onze Danily.