
Woensdagmorgen vroeg. Het eco-ontbijt is net zo top als dat we geslapen hebben. We gaan op een Day Trip vandaag met het gelijknamige bedrijfje, van Santiago de Chili naar Mendoza in Argentinië. In eerste instantie hadden we een luxe tourbus willen nemen, maar hebben toch besloten om voor de exclusiviteit, gezelligheid en flexibiliteit van een ‘zeszitter’ te gaan. Dat wil overigens niets zeggen over de veiligheid en snelheid van zo’n privé busje. Er zijn vast beruchtere bergpassen en we hebben ons goed voorbereid. Twee weggooizakjes met een hapje en een drankje worden ingeladen, net als een grote zak kitkatten. Mochten we omkomen op de Andes, dan hoeven we in ieder geval niet elkaar op te eten.

We verlaten de stad aan het eind van de spits, passeren de drie-dom-hoge Sky Costanera en slaan af richting Los Andes. We worden omringd door grote heuvels en lage bergen, terwijl de hoogtemeter van Bas nog niet echt op gang komt. Juan (van Deelen), onze chauffeur van vandaag, spreekt voldoende Engels om ons te blijven boeien.

Net als het landschap, dat een pallet is van matte en stoffige kleuren. (Rood)bruin is dominant, waardoor de aandacht wordt getrokken door geel en grijs. De kleuren markeren verschillende steensoorten en -lagen. We passeren een mijnlandschap, met vliegveldjes en aparte routes voor vrachtauto’s met explosieven. Deze streek wordt ook wel de wallet of Chili genoemd, vooral vanwege het koper en lithium wat hier in de grond zit. We kringelen ons naar de grens met Argentinië en de metertjes van Bas slaan uit: 3100 meter hoog.

Juan had zich gepresenteerd als ervaren buspiloot, maar zijn door ons aangenomen reiservaring brokkelt met de kilometer af. In het niemandsland tussen de buurlanden rijdt Juan twee keer mis, waardoor we Argentinië als illegaal dreigen binnen te komen. Grensoverschrijdend! Bij het magische Puente del Inca draaien we de minibus en rijden we terug naar de grens.

De uiteindelijke formaliteiten bij de grens zijn een verhaal op zich. Het gaat hier allemaal een beetje Andes en na ruim drie uur oponthoud vervolgen we onze weg door het gebergte. De omgeving wordt hoger en robuster. Het is hier dor en ruig, met af en toe een verwaaide dust devil. Soms is daar in één keer een plukje bewoning, gestapeld van grove natuursteen met daken gebouwd om de winter te doorstaan. In een kraal vervelen een groep paarden zich, met de kont in de wind. Cowboyland.



Vroeg in de twintigste eeuw werd hier een spoorlijn aangelegd die de twee landen met elkaar verbond. Het moet een enorme klus zijn geweest het landschap zo onder controle te krijgen dat een werkend smalspoor mogelijk was. Maar, das war einmal. De restanten van de spoorlijn zijn gedurende de hele trip te zien; (gebroken) rails, bruggen, waterreservoirs, houten stationnetjes en een verdwaalde goederenwagon. Het is het wilde westen van Lucky Luke en voor je het door hebt steekt Rataplan over…

Tijdens de doorsteek van de Andes worden we doorlopend blootgesteld aan de twee ongemakken in het leven: dood gaan en plassen. Al na de eerste hoogte meters verschijnen ze , de altaartjes langs de kant van de weg. Ze komen in allerlei vormen, van groot en formeel tot kleine haastklusjes. In een scherpe bocht is de vangrail doorboord en tegen een gekromd uiteinde staat een witte motorkap. Er staat een houten kruis voor zodat het wel met de wind mee kan deinen, maar niet weg kan glijden. Het ravijn in.
Stel nou dat we wel met een touringcar waren gegaan. Hoe luxe die bus ook was geweest, er was een punt gekomen dat de stoel ongemakkelijk zou gaan zitten. Om hoogteziekte te veraangenamen wordt geadviseerd veel te drinken, maar al dat water moet er ook weer uit. Dus waar doe je dat in een luxe bus die behalve bij de grens niet stopt. Juist ja, in de petfles! En heus niet alleen in een bus. Ook de vele vrachtwagenchauffeurs willen de plas niet nodeloos ophouden en stoppen in de bergen met hete remmen is ook niet altijd zo slim. Overal liggen ze, de gele plastic banõs, maar vooral dààr waar de bus moet afremmen. Weg ermee!

We dalen af naar Luyán de Cuyo, onder de rook van Mendoza. Het is aan deze kant van de Andes een stuk groener en de rivier Mendoza wordt met de kilometer stoerder. Hier kun je raften, grootschalig de wijngaarden bevloeien of je eigen gazon besproeien. Water zat en een groot contrast met die andere kant, in Chili.

We arriveren aan de Las Marias 4908, een villa door Diek geritseld. Bas en Rolf halen de huurautos op, zodat de rest een minuut of vijftien heeft om kwartier te maken en de verenigingskoffer uit te pakken. Wat een prachtige plek, compleet met veranda, barbecuehuis en zwembad.


Met dank aan de huiseigenaren Patricia en George, en in ruil voor een pakje stroopwafels van de Spar, toosten we op dit welkome rustpunt in onze reis. We zijn op éénderde.